PAEMEN JEROM

Blijkbaar heeft ex-secretaris van Meldert Jerom Paemen ook een werk geschreven over de kerk.

Het is zeer gedetailleerd.

Deze is opgenomen als beschrijving van de kerk bij Onroerend Erfgoed.

 

 

Kerk op het kruispunt Tessenderlobaan-Zelemsebaan met koor georiënteerd naar het oosten. De kerkhofmuur van 1714 verdween na 1880 bij de aanleg van het nieuw kerkhof.

Kruisbasiliek met ingebouwde westtoren. Romaans van oorsprong (?) thans met classicistisch uitzicht na ingrijpende herstellingen van 1660, 1715, 1851, 1856 en 1880. Laat-gotisch schip (1625) en zijbeuken (1677-1683) van drie traveeën. Transept van één travee met vlakke sluiting; laat-gotische, zuidelijke transeptarm. Laat-gotisch koor met driezijdige sluiting (1625). Sacristieën ten noorden en zuiden van koor, ingrijpend hersteld in 1867. Portaal, doods- en doopkapel ten noorden en ten zuiden van de toren, gedateerd 1859 op de sluitsteen. Baksteenbouw met verwerking van mergel- en ijzerzandsteen.

Vierkante ijzerzandstenen westtoren (ingebouwd in 1859); vier bouwlagen onder ingesnoerde, achtkantige naaldspits; een rondboogvormig galmgat per wand; hoeksteen met jaartal 1668 op de noordzijde, jaartal 1880 onder het westelijk galmgat wijzend op herstelling. Ingeschreven natuurstenen rondboogpoort, pseudo-fronton onder doorgetrokken kroonlijst.

Ten zuiden, gevel met bijgebouwde doopkapel in de eerste travee, zogenaamd "Kapel van het Vagevuur" met thans gedichte bakstenen rondboogpoort met trapezoïdale sluitsteen (jaartal 1859). Zuidelijke zijbeuk met drie gemetste rondboogvensters met natuurstenen lekdrempel; vier vensters in de noordelijke zijbeuk. Zuidelijke transeptarm afgesloten door een verbouwde puntgevel met schouder- en topstuk; mergelstenen kraagstenen verbonden door een mergelstenen band; hoog, gemetst rondboogvenster met bandvormige onderdorpel; overhoekse steunberen met mergelstenen hoekblokken. Noordelijke transeptarm sterk verbouwd en vernieuwd in 1880.

Koor, gestut door middel van vier hoeksteunberen; spitsboogvensters met ijzerzandstenen negblokken en traceerwerk. Doorlopende, afgeschuinde lekdrempels. Ten noorden en ten zuiden, sacristieën met gemetste bakstenen steekboogvensters met neogotisch traceerwerk. Afgewolfde kunstleien zadeldaken.

Interieur: tussen midden- en zijbeuk, drie zuilen op zevenkantige sokkel, afgedekt door kussenkapiteel met dekblad, en verbonden door rondbogen. In de zijbeuken, drie kruisribgewelven steunend op consoles. In middenbeuk en koor, gedrukt spitstongewelf, gedateerd 1788 (stucwerk).

Mobilair: Schilderij op doek "Christus en de overspelige vrouw" (17de eeuw). Augustinusbeeld, eik, op linker zijaltaar (17de eeuw); Kruisbeeld, eik (17de eeuw). Twee barokke zijaltaren, gepolychromeerd, met altaardoeken: Kerststal (rechts) en Sint-Willibrordus (links); eiken koorgestoelte van 1869; classicistische biechtstoel, eik (tweede helft 18de eeuw); doopvont van 1783.

  • PAEMEN J., ongepubliceerde gegevens.