Beschrijving

 

Het kasteel werd in 1646 gebouwd door Anna de Vocht, weduwe van Richald van Voordt.

Volgens geschriften zou het kasteel er als volgt hebben uitgezien:

Het kasteel waarvan de opbouw niet doet vermoeden dat het een kasteel is, zonder torentjes, en zich onderscheidde van ander burchten door zijn grote omvang, zijn hoge en dikke muren, zijn menigvuldige vensters, zijn leien dak en zijn aangename ligging.

De westerzijde van het neerhof was ingesloten door een poorthuis met ingangspoort en een woonhuis met stallingen ten dienste van de pachter van de kasteelhoeve, terwijl de overzijde bestond uit gebouwen die paardenstallen, bakhuis en brouwerij bevatte.

Langs de zuidkant was een schuur en twee stalletjes om het gerij van de pachter te stallen.

De muren van het kasteel waren opgebouwd uit baksteen. Die van de afhankelijke zijgebouwen waren opgebouwd deels uit hout en leem, en deels uit ijzerzandsteen welke men in de groeven van Kelbergen (Schaffen) had opgedolven.

Op de boerderij lag een strooien dak. Volgens de verhuurvoorwaarden van 25 november 1738 moest de huurder jaarlijks 400 walmen stro verleggen tot onderhoud van het dak.

De huurder had de sleutel van de ingangspoort en moest zorgen dat de poort op vastgestelde uren gesloten werd.

Hij mocht in de brouwerij bier maken voor eigen gebruik.

De moestuinen en bleek, waarop enkele fruitbomen stonden, lagen oostwaarts achter de gebouwen

Dit alles was omringd met een gracht of graaf aangelegd om het slot en aanhorigheden veiliger te maken voor wilde dieren en passerende soldaten.

De pachter beschikte over 42 sillen land en weide.

Elders schreef men nog in 1874 over het kasteel het volgende:

Het kasteel, de vroegere adellijke woning, getuigde ondanks haar verval, van een verleden grootheid en van de kunst der renaissance.

Boven de deels in puin liggende ingangspoort, prijkte nog het adellijke wapen in grijze ijzersteen met mos en klimop begroeid. Het wapenschild bestond uit een eik met twee lopende vossen alles omvlochten met gebeeldhouwd loofwerk en bekroond met een Spaanse helm

Het voorhof was letterlijk met puin omringd en eeuwenoude linden overschaduwden het geheel.

Dan kwam  men via een stenen trap in een brede gang, waarlangs zich ruime vertrekken bevonden met hoge ramen die bestonden uit groen glas in lood gelegd dat een fantastisch licht wierp op de gebeeldhouwde beschotten en antieke schouwmantels. Een bonte portrettengalerij in eikenhouten lijsten toonden de uitzonderlijke klederdracht.

Na de Franse revolutie en bij de verdeling der goederen van Martin Arrazola de Onate, verbrokkelde de kasteelwinning. De gebouwen werden bijna niet meer gebruikt. Hierdoor kwam het dat, naarmate het kasteel verviel, het steeds meer werd afgebroken.

In 1871 was het kasteel in handen van Jan Hendrik Frans Arrazola de Onate, zoon van Martin, secretaris van de gemeente Meldert.

Kort daarop viel gans het kasteel onder de hamer.

Enkele muren, deels herbouwd, geven vandaag nog de sporen te kennen van het adellijke slot zoals de dikke muren, ondergrondse kelders met nissen (waar verlichting in geplaatst werd) en in de huidige boerenwinning was er in de kamer een schouwbezetting opgetrokken in grijze steen opgetrokken met als datum 1647.

Ook zijn er nog aan de noordkant van het gebouw, schietgaten overgebleven.

In 1871 werd het kasteel verkocht.

Op het Rijksarchief van Hasselt is er geen schets van het kasteel te vinden.

 

Bron:

Nota van Jerom Paemen