Grieten - Claes

 

Foto: Jeffrey Mardulier via Jhonny Grieten

 

Van links naar rechts Maria Grieten, Johnny Grieten en Maria Leten

 

  1. Karel +

  2. Maria +

  3. Lucien

  4. Paula +

  5. Maurits

  6. Freddy

  7. Jhonny

Foto: Johnny Grieten

 

Rechts het huis van Grieten.

Op de foto Maria Suffeleers.

Foto Chantal Coemans

 

Jeugdherinneringen van Bony Suffeleers:

JEUGDHERINNERINGEN: CAFÉ ‘OP SINT-JOB’

Familie Grieten-Claes. Fille en Stefanie bij de viering van hun Gouden Bruiloft samen met de kinderen en kleinkinderen poserend voor hun woning. Links was de café en rechts de schoenwinkel

Mijn buren Fille van Karelke en Stefanie hadden een café die ‘Op St.-Job’ heette, ’t is te zeggen, ze heeft ook nog een andere naam gehad namelijk café ‘de Witpen’. Verschillende jaren is deze café het duivenlokaal van Meldert geweest. Op vrijdag of zaterdag was het een drukte van belang want dan kwamen de vele duivenmelkers van Meldert hier hun duiven inkorven. Fille zelf is jarenlang duivenmelker geweest. Stefanie heeft daarbij ook nog verschillende jaren een schoenwinkel uitgebaat. Deze was langs het café.
Vader ging elke zondagavond naar het café om te sparen en te ‘Kwajongen’. In bijna iedere café van Meldert hing tegen de muur een ondiepe kast met gleuven waarop nummers stonden: dat was de spaarkast. In ’t weekend werd daar door spaarders geld in gestopt. Op het einde van het jaar werd de spaarkast geledigd en trokken de spaarders hun geld op. Pa deed daar aan mee. Hoe dit precies in elkaar zat en hoe het met de rente ging weet ik niet maar wel weet ik nog dat vader zei dat hij dit bepaalde jaar voldoende winst had.
Maar hij ging vooral naar de café om te kaarten. Gewoonlijk was dat met dezelfde personen. Regelmatig hoorde ik, in mijn bed, hoe op tafel werd geslagen of soms wel heel hard gevloekt.
De verliezers moesten aan de winnaars een consumptie betalen: een pintje, een frisdrank of een stuk chocolade. Op maandagmorgen wist ik of vader veel gewonnen of verloren had want dan waren er veel stukken chocolade, of maar één of geen.
Tijdens de kermis was het in het café ‘volle bak’. Zoals in de meeste cafés van Meldert werd er dan gedanst. Er zat dan een klein orkestje, wij noemden dat ‘de jazz’, die speelden de hele avond dansmuziek: meestal waren dat walsen, tango’s of marchen of soms een boogie.
In café ‘St.-Job’ waren dat altijd dezelfde ‘jazzspelers’: een drummer, een accordeonist en een zanger. Ze speelden en zongen de successen van toen of van vroeger.
Mijn oudste zus wist dat er buren waren gaan klagen bij de pastoor omdat er schunnige liedjes werden gezongen. Ik weet nog om welke liedjes dat het ging want ze konden wel dubbelzinnig geïnterpreteerd worden: ‘Moe mag ik in de Kaspische…zee gaan zwemmen’ of ‘Spring maar achter op’ (mijn fiets), of ‘Hasie hoe kom is je staart zo kort’
Of er ooit gevolg aan gegeven werd, denk ik niet, want het jaar nadien klonken dezelfde liedjes.
Toen ik de ouderdom had om te gaan dansen was het café gesloten, dus ik heb daar nooit een dansje gedaan.
Bij Fille en Stefanie hadden ze al zeer vroeg een TV, een van de eerste in Meldert. En op vrijdagavond omstreeks 7 uur gingen mijn ouders, mijn zusje, een broer en ik naar de woonkamer van Fille. Waarom? Dan was het ‘Schipper naast Mathilde’ op de televisie en dat wilden wij niet missen. B.S. 31 januari 2022